Uitvoering: H. van den Bogert (leerkracht L.O. Sondervick College en Advanced Rots en Water trainer)
Auteurs: J. Ykema, analyses m.b.v. B. Steunenberg (phd).
Organisatie: Het Sondervick Collegea i.s.m. Rots en Water Instituut NL.
Door een fusie van het Sondervick College Veldhoven met VSO-LOM de Stolberg in Eindhoven (1995) en vervolgens een inhuizing van de vijf oude locaties van het Sondervick College op één grote Campus, ontstond een brede VO-school. Ruim 2500 leerlingen zijn in 2007 gestart op deze Campus, wat een verdichting van sociale en emotionele problematiek met zich mee bracht. Het weerbaarder maken van leerlingen, met name de leerlingen van het voormalig VSO was noodzakelijk, waardoor er op zoek werd gegaan naar een passend programma. Rots en Water bleek naadloos aan te sluiten; het trainen van weerbaarheid in de breedste zin van het woord; fysiek, mentaal en verbale weerbaarheid trainen met een fysieke aanpak, afgewisseld met zelfreflectie en feedbackmomenten.
Het betreft een vragenlijststudie waar 9 brugklassen (VMBO en MAVO) van het Sondervick college aan deelnamen. In totaal deden 242 leerlingen mee (jongens en meiden), 7 interventieklassen (N= 187) werden vergeleken met 2 controleklassen (N = 55). De onderzoeksgegevens werden op twee meetmomenten verkregen: de voormeting één week voor het begin van de Rots en Water lessen (oktober 2016), en de nameting 6 weken na de laatste Rots en Water les (januari 2017).
De resultaten ondersteunen de effectiviteit van het Rots en Water programma voor jongens en meisjes in de brugklasleeftijd. Meer specifiek, de resultaten wijzen erop dat Rots en Water een significant positief effect heeft op het gevoel van veiligheid en het verminderen van sociale problemen zoals pesten. Leerlingen durven meer voor zichzelf op te komen bij pesterijen, zijn bij pesterijen meer geneigd om het slachtoffer te helpen en minder om de pester te helpen. Verder geven leerlingen aan de eigen grenzen meer aan te durven geven en die van een ander meer te accepteren. Bovendien is er een significante verbetering zichtbaar in het zelfvertrouwen en zelfbeheersing. Laatstgenoemde komt overeen met de uitkomsten van het onderzoek van De Graaf De Haas, Zaagsma & Wijsen (2015).