Mechanisme reductie van agressie en depressie in Rots en Water
De Psycho-Fysieke didactiek: de fysiek-emotionele en de verbaal-emotionele ontwikkelingsweg Het programma bedient zich van een psycho-fysieke didaktiek hetgeen wil zeggen dat, startend vanuit een fysieke invalshoek, mentale en sociale vaardigheden worden aangereikt en verworven. Het programma is derhalve zeer fysiek en wordt ondersteund d.m.v. korte groepsgesprekken, waarin ruimte is voor zelfreflectie, en het maken van korte opdrachten. Voor deze invalshoek is gekozen omdat vooral jongens in de eerste plaats fysiek in de wereld zijn. Zij beschikken over een enorme dosis energie die uitnodigt, en soms dwingt, tot bewegen. Daarnaast is het ook zo dat de meeste jongens, vergeleken met de meeste meisjes, meer moeite hebben met het verwoorden van gedachten, gevoelens en emoties.
Jongens volgen meer een fysiek-emotionele ontwikkelingsweg (zelfkennis door bewegen, doen, onderzoeken) Meisjes volgen meer een verbaal/rationeel-emotionele ontwikkelingsweg. (zelfkennis door reflectie en verbale communicatie) De psycho-fysieke didactiek van het Rots en Water programma voegt beide ontwikkelingswegen samen in één programma.
Agressie en depressie
Bij jongens geldt dat zij eerder neigen tot het externaliseren van hun emoties hetgeen zich uit in storend gedrag en agressie. Bij meisjes zien wij juist het tegenovergestelde.
Meisjes zijn over het algemeen wel in staat tot het verwoorden van emoties en gevoelens maar hebben daarentegen meer moeite om hieraan ook fysieke uitdrukking te geven. Meisjes neigen, meer dan jongens, tot het internaliseren en onderdrukken van hun emoties hetgeen zich manifesteert in depressie, gevoelens van angst en terugtrekking.
Daarom zal bij jongens het accent liggen op zelfbeheersing, het vergroten van het zelfreflectievermogen en wordt tegelijkertijd via fysieke communicatie-oefenigen andere communicatievaardigheden aangeleerd. Meisjes wordt geleerd emoties niet te onderdrukken, zichzelf niet weg te cijferen maar gevoelens te uiten, voor zichzelf op te komen, en indien nodig in actie te komen.
Meisjes worden in een confronterende situatie vaak overspoeld door gevoelens van angst. Deze angstgevoelens hebben een verlammende uitwerking en beperken zodoende het vermogen tot handelen over te gaan resulterend in een fright reaction (passiviteit, depressie)
Het is van belang om te weten dat elke fysieke actie gevoelens van angst zal doen verminderen. (Delfos 2004, De schoonheid van het verschil, Delfos 2000, Kinderen en gedragsproblemen, angst, agressie, depressie en ADHD) Dit gegeven wordt in Rots en Water toegepast. Meisjes wordt geleerd te gronden, te centreren en gebruik te maken van een goede ademtechniek. Dit zijn allen fysieke oefeningen die gevoelens van angst doen verminderen en het vermogen tot handelen over te gaan vergroten.
Juist de fysieke oefening geeft meisjes de overtuiging en het vertrouwen dat zij ook werkelijk capabel en sterk genoeg zijn om een confrontatie aan te gaan en een eigen weg te volgen. Bovendien leren zij dat naast het verwoorden van emoties de fysieke expressie (ontlading en bewustwording) van emoties verhelderend en verruimend kan werken.
Het spreekt voor zich dat om bovengenoemde redenen het R&Wprogramma het best tot zijn recht komt als met afzonderlijke jongens- en meisjesgroepen wordt gewerkt.
Vier rode draden
Het Rots en Water programma kent 4 thema’s n.l. zelfbeheersing, zelfreflectie, zelfvertrouwen en specifiek voor meisjes is een vierde thema toegevoegd: in actie kunnen en durven komen. Deze thema’s worden in het programma door 4 rode draden met elkaar verbonden:
1) Het leren gronden (stevig en ontspannen staan), centreren (adem in de buik) en richten van de aandacht/focus.(uiterlijk focus, later transformerend naar een innerlijk doel) Het centrum (in Japan benoemd met hara, in China met tantien) wordt ervaren en ontwikkeld als een centrum van kracht en een centrum van rust.
Iemand die gecentreerd is en gegrond ervaart een stevige, fysieke basis die elke handeling, en het tot handelen overgaan, vergemakkelijkt.
2) De ontwikkeling van de gouden driehoek: lichaamsbewustzijn-emotioneel bewustzijn-zelfbewustzijn. Emoties drukken zich in het lichaam uit in de vorm van spierspanningen in samenspel met de werking van diverse hormonen . Zonder lichaam is er geen bewustzijn van emoties mogelijk. Zonder lichaamsbesef is er geen emotioneel besef en geen zelfbesef mogelijk.
De ontwikkeling van meer lichaamsbewustzijn kan daarom leiden tot meer inzicht en ervaring van de eigen reactiepatronen, hetgeen een kans biedt tot verdieping van het emotioneel bewustzijn en zelfbewustzijn. Dit concept ligt in feite ten grondslag aan elke zelfverdedigingsport waar aandacht is voor de ontwikkeling van mentale kracht en innerlijke kracht. De ervaring van een kalme, sterke fysieke basis maakt het makkelijker om met anderen contact te maken, vast te houden aan een eigen standpunt, en gevoelens en emoties op beheerste manier tot uitdrukking te brengen.
3) De ontwikkeling van fysieke communicatievormen als basis voor de ontwikkeling van andere, meer verbaal georiënteerde, vormen van communicatie. In eerste instantie wordt ervaren dat het mogelijk is vast te houden aan een sterke, kalme basis
4) Het Rots&Waterconcept. De harde, onwrikbare rotshouding versus de beweeglijke, verbindende waterhouding. Dit concept kan op verschillende niveaus worden ontwikkeld en toegepast: op fysiek niveau en op mentaal- en sociaal niveau. Op fysiek niveau betekent dit dat een aanval gepareerd kan worden door hard aangespannen spieren (rots) maar vaak zelfs nog effectiever kan worden opgevangen door een beweeglijk meegaan met de energie van de aanvaller (wateraspect)
Zo is het ook mogelijk binnen een gesprek te kiezen voor een rotsopstelling of een wateropstelling en ditzelfde geldt voor de manier waarop men relaties met anderen onderhoudt. Op spiritueel niveau tenslotte vallen de tegenstellingen tussen rots en water weg. Daar ontstaat het inzicht en ervaart men dat beide wegen en kwaliteiten, zowel de rots- als de waterkwaliteit, noodzakelijk zijn om tot zelfverwezenlijking te komen en dat mensen in diepste wezen met elkaar verbonden zijn en een gezamenlijke weg afleggen. Dit betekent dat het vasthouden aan een eigen mening, eigen gevoel, eigen richting wel degelijk grote positieve waarde kan hebben. Levenskunst is het vinden van een balans tussen rots- en waterkwaliteiten, tussen samengaan met anderen en het vinden van een eigen weg, vasthoudend aan eigen overtuigingen en gevoel.
Freerk Ykema
Auteur/presentator Rots&Water Programma
Directeur Gadaku Institute/Rots&Water Instituut