Rots & Water: Sociaal-emotionele ontwikkeling

Onderstaand artikel is gepubliceerd in het themanummer van VERNIEUWING, tijdschrift voor onderwijs en opvoeding. Thema: Het maatschappelijk nut van sport.

Het Rots en Water programma: sociaal-emotionele ontwikkeling voor jongens en meisjes

Wetenschappelijk onderzoek maakt steeds duidelijker dat jongens en meisjes van elkaar verschillen. Die verschillen zijn zichtbaar in gedrag en worden veroorzaakt door de manier waarop jongens en meisjes worden opgevoed, begeleid en onderwezen (socialisatie), maar ook omdat jongens en meisjes in aanleg al duidelijk verschillend blijken te zijn. Het is belangrijk om weet te hebben van deze verschillen omdat alleen dan een optimale begeleiding kan worden gegeven.

 

Jongens

Over het algemeen zijn jongens energieker en beweeglijker dan meisjes en vinden zij het moeilijker om emoties en datgene wat hen beweegt in woorden uit te drukken. De enorme bewegingslust van jongens wordt veroorzaakt door het hormoon testosteron, waar jongens 9x meer van bezitten dan meisjes. Hoe meer testosteron des te groter de behoefte om te bewegen, hoe belangrijker ook de ontwikkelingstaak van jongens om met deze energie contact te maken, en deze te leren beheersen en positief in te zetten. Juist deze pure energie kan later worden getransformeerd in creativiteit en innerlijke kracht. Innerlijke kracht is het vermogen om een eigen weg in het leven te vinden die samenhangt met eigen, unieke, individuele kwaliteiten. Sport is een prachtig middel dat jongens helpt om kracht te ontwikkelen en die te leren beheersen. Via deze weg wordt zelfkennis en kennis van anderen opgedaan.

 

Jongens: fysiek-emotionele ontwikkelingsweg

Tussen 11 en 14 jaar ondergaan jongens en meisjes ook een iets andere ontwikkelingsweg. Het testosteronniveau laat in deze jaren bij beide een enorme stijging zien van 800% en dat verklaart de toename in lengtegroei. Testosteron stimuleert namelijk ook de groeihormonen en botgroei. Meisjes op die leeftijd groeien daarom door en zijn dan vaak langer dan jongens. Jongens daarentegen groeien dan nauwelijks en dat is vreemd want de toename van testosteron is bij hen 9x groter dan bij meisjes het geval is. De natuur heeft dat goed geregeld. Zij weet dat jongens op die leeftijd barsten van de energie (testosteron) en dat het hun taak is om erachter te komen wat zij kunnen, wat hun grenzen zijn, en hoe zij met hun energie om moeten gaan. Deze lichaamsbeheersing en ontwikkeling van motorische vaardigheden gaat beter als dat lichaam even niet al te snel groeit. Jongens op deze leeftijd worden dan ook wel aangeduid met de benaming Kleine Tarzans. Zij zijn heel fysiek en competitief in de wereld. Al bewegend verkennen zij de wereld en hun eigen mogelijkheden.(en die van anderen) Op deze manier ontwikkelen zij een gevoel van identiteit. Deze sterk fysiek gekleurde ontwikkelingsweg kunnen wij aanduiden met de term fysiek-emotionele ontwikkelingsweg. Het is de meest directe manier voor jongens om tot zelfbesef te komen en contact met anderen te maken.

 

Communicatievaardigheden

Bewegen en spelen is ook de meest directe manier voor jongens om communicatievaardigheden te ontwikkelen. Jongens zie je minder vaak in een kring staan praten over datgene wat hen werkelijk bezig houdt. In plaats daarvan bewegen zij, spelen zij, klimmen ze in bomen (als die er nog zijn) Als je jongens ziet voetballen of basketballen zul je als toeschouwer niet veel anders horen dan “mooi schot” of iets dergelijks. Taal wordt nauwelijks gebruikt, maar al bewegend wisselen zij enorm veel boodschappen uit.

Waarom is dat eigenlijk zo? Veel onderzoekers gaan ervan uit dat het hormoon testosteron voor de geboorte en de eerste maanden erna een remmende invloed heeft op de ontwikkeling van de linker hersenhelft. Juist in deze linker hersenhelft bevinden zich de vermogens tot taal: spreken, luisteren en begrijpen, zelfreflectie (is innerlijke taal) en natuurlijk ook lezen en schrijven. Taal is om die reden iets minder toegankelijk voor jongens dan voor meisje en dat heeft zijn invloed op de manier waarop jongens zichzelf, de ander en de wereld leren kennen.

 

Jongens bouwen communicatievaardigheden op door middel van sport,  spel en beweging

 

Meisjes: verbaal-emotionele ontwikkelingsweg

Bij meisjes is het testosteronniveau dan wel lager maar het oestrogeengehalte daarentegen is bij hen veel hoger. Oestrogeen wordt dan ook wel het vrouwelijk hormoon genoemd. Het oefent via een maandelijkse cyclus invloed uit op emoties, gemoedsbewegingen en heeft een sterke invloed op energie. Iets anders geregeld dus dan bij jongens maar de invloed van deze twee hormonen bij jongens en meisjes valt niet te ontkennen en mag dan ook niet worden gebagatelliseerd.

Leontine van Moorsel brak het werelduurrecord na jaren van zware trainingsarbeid met puur wetenschappelijke benadering op de dag dat zij ongesteld werd. Zij wist dat zij op die dag meer energie zou bezitten dan op welke andere dag van de maand dan ook en plande daarom haar (geslaagde) recordpoging op deze dag.

 
Bewegingsdrang, die voor jongens zo kenmerkend is, vindt je bij meisjes veel minder terug. Bovendien wordt door het lagere testosterongehalte de linker hersenhelft bij hen niet in de ontwikkeling geremd. Taal is daarom meer toegankelijk voor meisjes. Het is voor hen makkelijker om gevoelens en emoties, en datgene wat hen beweegt in woorden uit te drukken. Dat is dan ook precies wat je meisjes vaak ziet doen: zij praten met elkaar, veel en lang, en wisselen voor hen belangrijke informatie uit. Al samen pratend komen zij tot zelfbesef, leren zij elkaar kennen en waarderen, en ontwikkelen zij communicatievaardigheden. Wij zouden deze zo sterk verbaal gekleurde ontwikkelingsweg kunnen aanduiden met de term verbaal-emotionele ontwikkelingsweg.

 

Meisjes ontwikkelen communicatievaardigheden, meer dan jongens, door met elkaar te praten

 

Psycho-Fysieke didaktiek

Betekent dit nu dat wij jongens maar fijn moeten laten sporten en meisjes in een kringetje moeten zetten om gezellig te kletsen? Nee, dat betekent dit zeker niet! Sowieso is niet elke jongen en elk meisje hetzelfde en bestaan er veel overlaps tussen beide geslachten. Er zijn genoeg jongens die wel graag praten en minder fysiek gericht zijn en er zijn genoeg meisjes die wel zeer beweeglijk en energiek in de wereld zijn en minder makkelijk praten over emoties. Het is dus zeker geen zwart-witsituatie. En alhoewel jongens graag bewegen moeten zij wel degelijk leren om ook goede verbale communicatievaardigheden ontwikkelen. Voor de meeste banen in onze moderne maatschappij zijn goede sociale vaardigheden van groot belang, en taal speelt daarin een hoofdrol.

 

En meisjes dan? Meisjes ontwikkelen makkelijker verbale vaardigheden en zijn minder dan jongens geneigd zichzelf werkelijk fysiek te testen. Maar ook meisjes hebben fysieke oefening, spel en sport nodig. Niet alleen om een sterk en gezond lichaam te ontwikkelen, maar ook om via de weg van fysieke oefening meer zelfvertrouwen en een sterke identiteit op te bouwen. Veel meisjes hebben vaak geen idee hoe sterk zij kunnen zijn. Fysieke oefeningen brengt hen in contact met hun eigen kracht. Dat maakt het voor meisjes dan ook makkelijker om voor zichzelf op te komen, om eigen keuzes te maken, en om gevoelens en meningen naar buiten te brengen (assertiviteit in plaat van depressiviteit)

 

Sport, spel en beweging moet dus voor jongens en voor meisjes. Dat betekent dat de fysiek-emotionele ontwikkelingsweg en de verbaal-emotionele ontwikkelingsweg in één didaktiek moet worden samengebracht om aan de verschillende ontwikkelingsopgaven van zowel jongens als van meisjes tegemoet te komen zonder hen in een hokje te plaatsen. Deze samenvoeging geschiedt in de psycho-fysieke didactiek. Daarin wordt via sport, spel en beweging die sociale vaardigheden en communicatievaardigheden aangeleerd die nodig zijn om met zelfvertrouwen een eigen weg te vinden. Een voorbeeld van een psycho-fysieke training is het Rots en Waterprogramma.

 

Rots en Water: programma voor sociaal-emotionele ontwikkeling

In onze moderne, complexe maatschappij waar mensen dagelijks worden geconfronteerd met keuzes, voortdurend worden gebombardeerd met een stroom van informatie via televisie, internet, muziek, magazines, reclames etc. is het van groot belang dat een sterke identiteit wordt opgebouwd en goede sociale vaardigheden worden ontwikkeld. De school is het instituut waar kinderen veruit de meeste tijd doorbrengen en is daarom bij uitstek geschikt om kinderen bij te staan in hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Steeds vaker blijkt dat het gezin in deze taak tekort schiet. Rots en Water wordt dan ook op vele scholen ingezet en veelvuldig toegepast binnen de jeugdhulpverlening.

 

Rots en Water beweegt zich op het snijvlak van sociale vaardigheidstraining, sport en bewegingsonderwijs. Het kan beschouwd worden als een weerbaarheidsprogramma, maar dan een dat zich onderscheidt van andere programma’s door zijn meervoudige doelstelling en het brede pedagogisch perspectief waarbinnen de training van weerbaarheid een wezenlijke, natuurlijke functie vervult. De ontwikkeling van de fysieke weerbaarheid is niet alleen doel op zich maar is vooral ook middel om mentale en sociale vaardigheden te ontwikkelen. Het mensbeeld dat in Rots en Water wordt geschetst omvat de sociale identiteit (Hoe gaan we met elkaar om?), de psychologische identiteit (wie ben ik ?) en de spirituele identiteit (Hoe zijn wij met elkaar verbonden?)

.

Het programma bedient zich van een psycho-fysieke didaktiek hetgeen wil zeggen dat, startend vanuit een fysieke invalshoek, mentale en sociale vaardigheden worden aangereikt en verworven. Het programma is derhalve zeer fysiek en wordt ondersteund d.m.v. korte groepsgesprekken, waarin ruimte is voor zelfreflectie, en het maken van korte opdrachten.

 

Vier rode draden
Het Rots en Water programma kent 4 thema’s n.l. zelfbeheersing, zelfreflectie, zelfvertrouwen en specifiek voor meisjes is een vierde thema toegevoegd: in actie kunnen en durven komen. Deze thema’s worden in het programma door 4 rode draden met elkaar verbonden:
1) Het leren gronden (stevig en ontspannen staan), centreren (adem in de buik) en richten van de aandacht/focus.(uiterlijk focus, later transformerend naar een innerlijk doel) Het centrum (in Japan benoemd met hara, in China met tantien) wordt ervaren en ontwikkeld als een centrum van kracht en een centrum van rust.
Iemand die gecentreerd is en gegrond ervaart een stevige, fysieke basis die elke handeling, en het tot handelen overgaan, vergemakkelijkt.

2) De ontwikkeling van de gouden driehoek: lichaamsbewustzijn-emotioneel bewustzijn-zelfbewustzijn. Emoties drukken zich in het lichaam uit in de vorm van spierspanningen in samenspel met de werking van diverse hormonen . Zonder lichaam is er geen bewustzijn van emoties mogelijk. Zonder lichaamsbesef is er geen emotioneel besef en geen zelfbesef mogelijk.
De ontwikkeling van meer lichaamsbewustzijn kan daarom leiden tot meer inzicht en ervaring van de eigen reactiepatronen, hetgeen een kans biedt tot verdieping van het emotioneel bewustzijn en zelfbewustzijn. Dit concept ligt in feite ten grondslag aan elke zelfverdedigingsport waar aandacht is voor de ontwikkeling van mentale kracht en innerlijke kracht. De ervaring van een kalme, sterke fysieke basis maakt het makkelijker om met anderen contact te maken, vast te houden aan een eigen standpunt, en gevoelens en emoties op beheerste manier tot uitdrukking te brengen.

3) De ontwikkeling van fysieke communicatievormen als basis voor de ontwikkeling van andere, meer verbaal georiënteerde, vormen van communicatie. In eerste instantie wordt ervaren dat het mogelijk is vast te houden aan een sterke, kalme basis

4) Het Rots&Waterconcept. De harde, onwrikbare rotshouding versus de beweeglijke, verbindende waterhouding. Dit concept kan op verschillende niveaus worden ontwikkeld en toegepast: op fysiek niveau en op mentaal- en sociaal niveau. Op fysiek niveau betekent dit dat een aanval gepareerd kan worden door hard aangespannen spieren (rots) maar vaak zelfs nog effectiever kan worden opgevangen door een beweeglijk meegaan met de energie van de aanvaller (wateraspect)

Zo is het ook mogelijk binnen een gesprek te kiezen voor een rotsopstelling of een wateropstelling en ditzelfde geldt voor de manier waarop men relaties met anderen onderhoudt. Op spiritueel niveau tenslotte vallen de tegenstellingen tussen rots en water weg. Daar ontstaat het inzicht en ervaart men dat beide wegen en kwaliteiten, zowel de rots- als de waterkwaliteit, noodzakelijk zijn om tot zelfverwezenlijking te komen en dat mensen in diepste wezen met elkaar verbonden zijn en een gezamenlijke weg afleggen. Dit betekent dat het vasthouden aan een eigen mening, eigen gevoel, eigen richting wel degelijk grote positieve waarde kan hebben. Levenskunst is het vinden van een balans tussen rots- en waterkwaliteiten, tussen samengaan met anderen en het vinden van een eigen weg, vasthoudend aan eigen overtuigingen en gevoel.

Rots en Water is een zeer succesvol en, wetenschappelijk bewezen, effectief programma. Het is ontwikkeld op een scholengemeenschap in Schagen en wordt in Nederland en andere landen zoals Australië, Nieuw Zeeland, Belgie, Duitsland op honderden scholen en andere instellingen toegepast.

Zie voor meer informatie www.rotsenwater.nl

 

Lezenswaard:

Het Rots en Water Perspectief – F. Ykema (ISBN 90 6665 458 9) In dit boek wordt de methodiek van pyscho-fysieke training beschreven en wordt het Rots en Water Programma theoretisch onderbouwd.

Rots en Water Praktijkboek – F. Ykema (ISBN 90 665 459 7) Dit praktijkboek bevat 24 gedetailleerd beschreven lessen van 90 minuten, en 48 lessen van 50 minuten, met talrijke, instructieve foto’s en lesbrieven. Verkrijgbaar als onderdeel van de driedaagse Rots en Water basistraining.

 

Freerk Ykema

directeur Gadaku Institute/Rots en Water instituut
auteur/presentator van het Rots en Water programma